Je kent de loterij al heel je leven, maar waar komt dit eigenlijk vandaan? De geschiedenis van de loterijen gaat al een heel eind terug in de tijd, namelijk tot in het jaar 1444. In de stad Utrecht werd voor het eerst een onofficiële loterij georganiseerd. De opbrengst van de loterij zou gaan naar de stadskas van Utrecht. Het was een erg effectieve manier voor de stad om wat extra geld in de kas te krijgen. Doordat het voor Utrecht zo effectiever werkte, volgden er al snel meerdere steden die hetzelfde gingen doen en ook een loterij organiseerden. De trekkingen waren daarnaast een groot vermaakt voor de aanwezige. De trekkingen duurde vaak meerdere dagen en zouden dag en nacht doorgaan in deze steden. De prijzen bestonden vooral uit geld, schilderijen en zilver wat allemaal op straat uitgedeeld werd. Aan het einde van de zeventiende eeuw waren de schilderijen en het zilver uit de loterijen en werden er enkel geldbedragen verloot. Begin zeventiende eeuw werden er vele loterijen georganiseerd door zowel particulieren als door overheden. Dit zorgden voor verwarring en in 1762 zou er een einde worden gemaakt aan deze verwarring. De voorloper van de Staatsloterij, de Generaliteitsloterij, werd opgericht door de Staten-Generaal van Nederland. De loterij was op die manier een veel gebruikte manier om de financiële middelen aan te vullen. Pas vanaf 1950 begon de Staatloterij eigenlijk pas goed te lopen. Het aantal keer dat de loterij georganiseerd mocht worden ging omhoog en daarbij ook het aantal verkochte loten per trekking. In het jaar 1964 werd de Wet op Kansspelen aangenomen door de regering waarin de basis van de Staatloterij zoals deze nu bestaat werd gelegd. Daarnaast werd ook de voetbaltoto in dit jaar wettelijk vastgelegd. Later zijn er nog vele loterijen bijgekomen zoals de lotto super zaterdag. Tegenwoordig is de Staatloterij de grootste Nederlandse loterij, met een totale omzet van 889,7 miljoen in 2009. |
http://vergelijkloterij.nl |